Jochem de Jong

Jochem de Jong werd geboren in 1982, te Gouda. Als kind ging hij naar een Jenaplanschool, waar hij elke maandagochtend een kort verhaal moest schrijven. Hij gaf al snel blijk van een levendige fantasie en vroeg zijn leraren of hij de betreffende ochtenden mocht gebruiken om aan een langer verhaal te werken. Toen hij dit verhaal had afgerond, typte zijn moeder het voor hem uit en gaf hem een ingebonden versie voor zijn verjaardag. Hij was apetrots en raakte vastbesloten om schrijver te worden.

Geïnspireerd door boeken als “De gebroeders Leeuwenhart”, “Koning van Katoren”, en “Kinderen van moeder aarde”, ontwikkelde hij op jonge leeftijd al een duidelijke thematiek. Zijn verhalen speelden zich af in oude tijden en gingen over kinderen die grote daden verrichtten. Toen hij tijdens zijn middelbare schooljaren het genre fantasy ontdekte, begonnen zijn ideeën vaste vorm te krijgen. Vooral de boeken “Dochter van de rivier” en “De berg der Goden”, van auteur Greg Keyes maakten grote indruk op hem. Dit voornamelijk door hun mythologische achtergrond. Vooral het conflict tussen mens en God sprak hem aan.

In de jaren die volgen schreef hij drie korte romans, zeer uiteenlopend qua thematiek. In diezelfde periode begon er zich langzaam een fantasiewereld te vormen in zijn gedachten. Een bezielde wereld met een grillige geschiedenis. Toen hij negentien was, kwam zijn vader onverwachts te overlijden. Een gebeurtenis die hem diep raakte, maar hem op bepaalde wijze ook inspireerde om zijn concept verder uit te diepen. Thema’s als sterfelijkheid en zelfoverwinning kregen een steeds voornamere rol in zijn ideeën voor verhalen.

Hij was rond de twintig toen hij de eerste woorden op papier zette over het Aardrijk. Iets wat langzaam maar zeker leidde tot het schrijven van: “Het Lotsoffer”. Ten zelfde tijde, om het boek van een solide fundament te voorzien, begon hij met het uitwerken van zijn mythologie. In drie jaar tijd creëerde hij een wereld vol mythen en sagen en schreef, naast een scheppingsverhaal, 5000 jaar geschiedenis uit. Ook componeerde hij muziek en ontwikkelde het “Ríónarth’ta”, de taal die in het Aardrijk gesproken wordt.